Wenen 2
Determinisme, positivisme, classificatiedrang – je ervaart het als je door dit museum loopt.
Van evolutionair naar visionair denken
Het Naturhistorisches Museum Wien: eindeloze zalen, en iedere zaal vol prachtige vitrines van donker hout. De oorspronkelijke vitrines. En ook de museale opstelling is nog oorspronkelijk: één en al classificerende geest. Vitrines vol opgezette dieren, mijn tocht begint bij de vogels. Al lopende, langs vitrines, langs dierengeslachten, langs soorten, raak ik in de ban van het museum als historisch document. Een document van het evolutionaire gedachtegoed. Determinisme, positivisme, classificatiedrang – je ervaart het als je door dit museum loopt. Je realiseert je daarbij ook de dreiging die van dit determinisme uitgaat: stel dat het gehele leven onderworpen is aan natuurwetten, en er niets hoger is dan de natuurwet, wat blijft er dan nog over van de mens? In reactie op het evolutionistische en deterministische gedachtegoed, wordt het geestelijk bewustzijn tot autonoom domein verklaard, gevrijwaard van determinisme. En de kunst wordt aangewezen als het gebied waarin het geestelijke tot uiting komt. En het mooie van dit natuurhistorische museum is dat hier recht tegenover het Kunsthistorisches Museum Wien ligt. Determinisme en kunst liggen hier recht tegenover elkaar.
De kunst recht tegenover het determinisme geplaatst, dat is het weerwoord op de evolutietheorie van Darwin, en dat is de grondslag van de Jugendstiltijd. Kunst is niet langer in de eerste plaats het domein van de esthetica, maar boven alles het domein van het autonome geestelijk zelfbewustzijn. Uit de deterministische geest volgt, dat, zoals het dierenrijk in geslachten is ingedeeld, het mensenrijk in culturen is ingedeeld. ‘Cultuur’ is dan ook de eenheid waarin het geestelijk zelfbewustzijn tot uiting dient te komen. Het is aan dit nieuw ontwaakte culturele zelfbewustzijn, het idee dat kunst een manifestatie moet zijn van cultuur, waaraan het Jugendstilstreven naar een nieuwe kunst gehoor geeft. De grote culturen uit de historie worden tot maatstaf verheven, en het streven is om in de eigen tijd een even onderscheidende kunst te bereiken. Een kunst die, net als bij de historische culturen, een uiting is van het gemeenschappelijke, want dat is waaraan de huidige gefragmenteerde, moderne cultuur ontbreekt: aan gemeenschappelijkheid.
In Wenen komt dit streven naar een nieuwe kunst (of eigenlijk: een nieuwe cultuur) tot uiting in twee richtingen. Enerzijds in de Jugendstil, een streven om alle materiële uitingen tot kunst te verheffen, en anderzijds in de ideeën van de architect Adolf Loos, die een hele scherpe lijn trekt tussen het domein van de functionele ontwerpen (waartoe hij de architectuur rekent) en het domein van de scheppende kunst. Ondanks het verschil in opvatting over wat nu wel en niet kunst is, erkennen beide richtingen de kunst als het domein waarin de geestescultuur tot uiting dient te komen.
In 1917 lanceert de schilder Egon Schiele het initiatief een nieuwe kunstenaarsbeweging op te richtten, een visionaire kunstenaarsgroep. Hoewel het nooit werkelijk tot de oprichting van de nieuwe beweging zal komen, blijft het een veelzeggend initiatief. Met name om het begrip visionair. Het begrip visionair getuigd van de paradigmawisseling die zich heeft voltrokken. Het uit de biologie afkomstige evolutie-paradigma heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe ontwikkelingsgedachte, ditmaal afkomstig uit het politieke domein. Het idee van de gefaciliteerde revolutie. Een wereldbeeld waarbij ontwikkeling niet louter afhangt van evolutie, maar door mensen gedragen kan worden. Waarbij een nieuwe cultuur door enkele afgevaardigden kan worden vormgegeven. Een cultuur gedragen door visionairen. Dit visionaire of revolutionaire paradigma heeft een belangrijke weerslag op de kunst. Het impliceert dat kunst niet langer een uiting hoeft te zijn van cultuur, maar dat de kunstenaar, als visionair of revolutionair, door middel van het scheppen van vrije kunst, iets cultuurdragends kan scheppen. De kunst dient langer de cultuur te volgen, maar de cultuur zal de kunst volgen. Het is een nieuwe tijd, niet langer onderworpen aan het evolutionaire gedachtegoed, maar een tijd van door de mens gefaciliteerde wendingen. (Mooie naam voor een tijdschrift.)
__
Foto: "Vienna - Natural History Museum - 6150" by © Jorge Royan