Alleen geregistreerde gebruikers kunnen reageren op het Forum. Door je aan te melden, sluit je je aan bij een community van liefhebbers en professionals die geïnteresseerd zijn in de Amsterdamse School en hier graag kennis over uitwisselen.

  maandag 28 juni 2021
  1 Replies
  1.1K Visits
.
9 maanden geleden
·
#4912
Paul D. Meijer (medeauteur van L. van Grieken, P.D. Meijer en A. Ringer, 'Harry Elte Phzn (1880-1944). Architect van de joodse gemeenschap tijdens het interbellum', Rotterdam 2001) mailde ons het volgende mbt het glas in lood:

Dat het glas-in-lood in het pand Oosterpark 77-78 afkomstig is van het Haagse Astatheater lijkt mij niet waarschijnlijk. Mechteld de Bois vermeldt in haar boek over Chris Lebeau en in 'Glas in lood in Nederland' dat deze verloren gegane glas-in-loodramen als voorstelling hadden: 'De aanbidding van het gouden kalf', 'De arbeider in diverse beroepen', 'De vrouw in verschillende levensfasen' en 'De trap des levens'. Deze onderwerpen zijn niet in het glas-in-lood aan het Oosterpark te zien. De glaspanelen zijn wel in de trant van Lebeau, maar het is ook de stijl van de tijd.
De Asta-glasramen werden in 1938 verkocht. In die periode was het pand aan het Oosterpark al enige tijd in gebruik door de Christelijke HBS, waarvoor het pand in 1934 enigszins verbouwd was. Het ligt niet voor de hand dat kwetsbaar glas-in-lood pas na 1938 is ingebracht; eerder kan men verwachten dat vanwege de nieuwe functie het gebouw zou zijn versoberd en ontdaan van zulke uitgesproken ornamenten.

Als het glas-in-lood niet voor het pand is ontworpen, zoals Ton Overtoom in 'Leven in toen' veronderstelt, dat ligt het voor de hand dat Elte bij de door hem ontworpen verbouwing van 1921 er wel rekening mee heeft gehouden. Hij heeft de serre en de lichtkoepel van het trappenhuis ontworpen (de bouwtekening geeft de suggestie van kleine ruitjes of glas-in-lood in de serre) en niet is te zien dat de glas-in-loodpanelen zijn pas gemaakt voor de serrevensters, de lichtkoepel en het wc-raam. Het glas-in-lood, de serre en de lichtkoepel passen helemaal bij zijn ontwerpen uit de jaren tien en twintig, zoals Honthorststraat 3 (villa Reens 1912) en 36 (woonhuis Stibbe 1917, thans Duits consulaat), Tulpstraat 4-6 (kantoor Saks 1919) en zijn eigen woonhuis Stadionweg 44 (1928).
  • Pagina :
  • 1
Er zijn nog geen reacties op dit bericht.
Plaats als eerste een reactie.