Bijbelse symboliek in de Jeruzalemkerk
Deze bijdrage is geschreven door Marjanne Blonk. Marjanne geeft rondleidingen in de Jeruzalemkerk en werkte lang voor het stadsarchief in Amsterdam.
Aan de hand van een groot aantal foto's beschrijft Blonk de symboliek die de architect Jantzen verwerkte in het ontwerp. Waar veel Amsterdamse School-architecten verwezen naar wereldlijke (heidense) symbolen uit de moderne en de antieke tijd, liet Jantzen zich leiden door getallen en kleuren die een Bijbelse betekenis hadden. De Jeruzalemkerk aan de Jan Maijenstraat in Amsterdam moest een nieuwe tempel worden voor de protestantse gemeente van Sloterdijk, midden in één van de vele nieuwe buurten in Amsterdam-West. Verschillende richtlijnen speelden een rol bij het ontwerp van de Jeruzalemkerk.
Buitenaanzicht Jeruzalemkerk. Foto: Albert Palsgraaf
De eerste steen voor de Jeruzalemkerk werd gelegd op 5 mei 1928, de inwijding vond op 25 april 1929 plaats. De architect, Ferdinand B. Jantzen, ontwierp niet alleen het gebouw, maar ook de ramen en het interieur.
Het ontwerp van het gebouw
Verschillende richtlijnen speelden een rol bij het ontwerp van de Jeruzalemkerk. Allereerst moest Jantzen bouwen in de stijl van de Amsterdamse School. Kenmerkend hiervoor is, dat de gevels een eenheid vormen. Er werd niet meer huis voor huis gebouwd, maar in doorlopende lijnen. Ook de symmetrie is van groot belang. Bij de Jeruzalemkerk komt dit tot uiting doordat zij aan de kop ligt van een huizenblok en daarmee ook is verbonden. Als je voor de kerk staat, zie je dat zij aan weerszijden van de as symmetrisch is.
Een veel belangrijker richtlijn voor architect Jantzen was echter het motto van de actie om geld voor de kerkbouw bij elkaar te krijgen: 'Stad zonder tempel'. De motor achter deze actie was de dominee van de Petruskerk in Sloterdijk. Hij kreeg inzicht in de uitbreidingsplannen van de stad Amsterdam, die ook ten westen van de stad en dus in zijn gemeente zouden plaatsvinden. Een kerk was daarin niet gepland, terwijl het aantal gemeenteleden ongeveer zou vertienvoudigen. Jantzen was bij deze actie zeer betrokken. Het bracht hem op het idee, de kerk symbolen mee te geven die verwijzen naar de tempel in Jeruzalem. De Jeruzalemkerk heeft bijvoorbeeld geen toren, omdat de tempel in Jeruzalem die ook niet had. De tempel lag op een bergplateau. De Jeruzalemkerk ligt ook op een soort plateau, bij de hoofdingang te overbruggen door drie treden. Voordat de tempel bestond, was de tabernakel (de tent om samen te komen) het religieuze centrum voor het volk Israël. Die tabernakel had een onderkleed en een opperkleed. De Jeruzalemkerk heeft een sokkel van paarse klinkers, dan een rand van Beiers graniet en is verder opgetrokken uit oranje Groninger baksteen. Dat verbeeldt het opperkleed van de tabernakel, terwijl in het vlechtwerk aan de onderkant het onderkleed zichtbaar wordt. De belangrijkste kleuren van de kerk zijn paars, oranje, rood en geel. Paars staat voor de trouw van God, oranje voor de glorie van God, rood en geel voor Zijn majesteit.
Interieur Jeruzalemkerk richting preekstoel. Foto: Albert Palsgraaf
Ook het interieur van de kerk kent de symmetrie van de Amsterdamse school. Architect Jantzen streefde er echter vooral naar de kerk als godshuis herkenbaar te maken, ook als er geen erediensten werden gehouden. Dit is terug te vinden de symboliek. De meeste kerken zijn oost-west gericht, de Jeruzalemkerk noord-zuid. De predikant kijkt naar het zuiden. Hij verkondigt de volle opgang van het Godswoord in deze donkere wereld (het noorden is zinnebeeld van de duisternis, het zuiden bron van zonlicht). Eveneens kenmerkend is het duidelijk liturgisch centrum, waar preekstoel, ouderlingen- en diakenenbanken, doopvont en avondmaalstafel zijn geplaatst.
Bij het ontwerp van de kerk ging de architect uit van de getallenwaarden:
- Eén. Er is maar één God. Dit wordt duidelijk in de ene preekstoel, waar vandaan Gods Woord verkondigd wordt.
- Twee. Er zijn twee sacramenten doop en heilig avondmaal.
- Drie is het getal van de Drieënige God. De Jeruzalemkerk heeft drie hoofdingangen en er zijn drie treden naar het liturgisch centrum.
- Vier wijst op de vier hoeken van het kruis. De Jeruzalemkerk heeft de kruisvorm verkregen door het middenschip hoger en langer te maken dan de zijbeuken. Ook verwijst het getal vier naar de windstreken, waaruit de gelovigen toestromen. Dit kan je terugvinden in het stoelenplan.
- Vijf spreekt van de wonden van Christus en van de vijf wijze en vijf dwaze maagden.
- Zes duidt op het aantal dagen, waarin God hemel, zee en aarde schiep.
- Zeven verwijst naar de dag, waarop God rustte van zijn scheppingswerk en op de zeven gaven van de Heilige Geest. De Jeruzalemkerk heeft in totaal zeven ingangen.
- Negen duidt op het uur van Jezus' dood en op het getal van de engelenkoren
- Tien verwijst naar de tien belangrijkste geboden van God.
- Twaalf is gelijk aan drie maal vier, het teken van Gods verbond met de mensheid. Ook waren er twaalf apostelen en zijn er twaalf hemelpoorten.
De getallen 4, 7, 9 en 12 komen terug in de afmetingen van het vloeroppervlak van de kerk en van de achterliggende woningen.
De ramen in de kerkzaal
Bij het ontwerp van de glas-in-loodramen liet Jantzen zich leiden door het 'Stad zonder tempel' motief. De ramen onder de galerij beelden de scheppingsdagen en de zevende dag, de rustdag, uit. Adam en Eva zien uit over de schepping in tegenwoordigheid van God (zichtbaar in de kleuren paars en oranje). Adam en Eva overtreden het gebod van God en eten van de vrucht, die Hij verboden heeft. Zij worden uit het paradijs verdreven. De engel met het vlammend zwaard komt voor de ingang te staan. Daarover vertelt het grote middenraam. In het midden is het hoofd van de engel zichtbaar, uitwaaierend de rode vlammen van het zwaard. Adam en Eva krijgen tegelijkertijd de belofte van Gods Zoon, Jezus. Daarom staat in het bovenste gedeelte van het raam het kruis. Hieruit komen stralen, die de vlammen van het zwaard doorbreken. Zo is Jezus de (be)middelaar tussen God en mensen.
Uiteindelijk loopt dit uit op het hemelse Jeruzalem, de stad met twaalf poorten. Dat zien we in de ramen boven de galerij. De buitenste ramen hebben in het midden één parelmoer gekleurde poort, de andere ramen steeds twee. In het middelste raam is een gestileerd lam gemaakt. Hierbij is gedacht aan de tekst: 'En een tempel zag ik in haar niet, want de Here God zelf is haar tempel en het Lam (Jezus) is haar kaars.' (Openbaringen 21: 22 en 23) Bovenin elk van de ramen zijn drie kaarsen: de gelovigen mogen het licht van Gods Woord doorgeven totdat Hij komt. In de ramen boven de banken voor ouderlingen en diakenen (kerkelijke ambtsdragers) staan de koning-priester Melchizedek en de profeet Maleachi afgebeeld. Zij staan voor de Bijbelse ambten van koning, priester en profeet.
Overige symbolieken
De rondgaande betimmering doen denken aan de gordijnen die dienden als afsluiting van de tabernakelhof. Alles richt zich op de kansel als het centrale punt. Het doopvont is in de voorzijde van de preekstoel opgenomen, omdat het Woord en de doop onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De muren en het plafond zijn wit. Dat is volgens Luther een feestelijke kleur, die der engelen, van het Kerstfeest en van Pasen. Het plafond, bedoeld als uitspansel, wordt vastgehouden door de lichtkronen. Elke kroon heeft één groot middenlicht en twaalf kleinere lichten. Jezus, het grote Licht, verlicht de twaalf apostelen, die het op hun beurt door mogen geven en zo verder. Ook zijn in het plafond vijf bintvormen zichtbaar. Zij verbeelden biddende handen. De biddende handen van de gemeente die samenkomt, maar bovenal de handen van God, Die zelf voor Zijn gemeente bidt.
Gebruikte bronnen
Ferd. B. Jantzen, Korte omschrijving der Jeruzalemkerk (ca. 1929).
Ferd. B. Jantzen, De Jeruzalemkerk te Amsterdam-West (1960).
'k Zal gedenken (1979), boekje ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Jeruzalemkerk.
Ton Heijdra, Bos en Lommer en De Baarsjes: de geschiedenis van Amsterdam-West (Amsterdam 2004).
75 jaar Jeruzalemkerk (2004), Hervormde wijkgemeente in Amsterdam-West.