‘Alles heeft een verhaal.’ Een eclectisch huis in Huisduinen

Onder de rook van Den Helder ligt het kustplaatsje Huisduinen. Het dorp met circa 500 inwoners is al van verre zichtbaar. Althans: De Lange Jaap, de hoogste gietijzeren vuurtoren van Europa. In het dorp vallen twee zogenaamde paddenstoelhuisjes op: vierkante huizen die hun naam danken aan de grote, overstekende kap. Wie het dorp verder verkent zal z'n verbazing niet kunnen onderdrukken als men de woning op de hoek van de Kijkduinlaan en de Tillehof ziet.

Liefhebbers van de Amsterdamse School zullen direct een aantal stijlkenmerken herkennen: het fantasierijke metselwerk met diverse kleuren bakstenen, de forse rieten kap, het gepotdekselde houtwerk, de sierlijsten van de ramen, de lantaarns met gebrandschilderd glas, en de markante hoekoplossing. Ook opvallend zijn de vele nautische verwijzingen in het ontwerp, iets wat we vaak terugzien bij Amsterdamse School-objecten.

Het gaat hier echter niet om een huis uit de hoogtijdagen van de Amsterdamse School, maar om een uit 2010 afkomstige woning. Frans en Anita Schreuder ontvangen Wendingen allerhartelijkst in hun huis. Zij zijn de trotse eigenaren en – samen met architect Maarten Koning – bedenkers van dit opmerkelijke bouwwerk. Ooit stond op dezelfde plek een huis met een hoog puntdak waar Anita vanaf 2002 woonde. Mede door de wat bouwvallige staat viel er weinig meer mee te doen. Frans: 'Maarten Koning had al een paar schetsen gemaakt op basis van het oude huis.’ ‘Frans was huisarts, is nu pensionado’, vult Anita aan. ‘En die zei – toen we op een gegeven moment op het vorige terras zaten en we er niet echt uit kwamen – ’Ik zou ooit nog wel eens in een doktershuis willen wonen.’’ Bij architect Koning ging direct iets borrelen. Hij moest denken aan de expressieve woning in zijn geboortedorp van dokter Lohman in het West-Friese Obdam. Maar er waren ook andere invloeden die een grote rol zouden spelen op het uiteindelijke uiterlijk: de eerder genoemde paddenstoelhuisjes in Duinhuizen, Jugendstil, en dus de Amsterdamse School. Met al die invloeden ging Koning aan de slag. ‘En toen kwam hij met een tekening waarvan wij zeiden: wow. Mooi!’, aldus Anita. 

Jeugdherinneringen

Het eindresultaat is een symmetrische, V-vormige woning. Eentje die de nodige bekijks heeft van voorbijgangers en waarvan het expressieve metselwerk direct opvalt. ‘Dat is in overleg tussen Maarten en mij gegaan’, zegt Frans, ‘dat hebben we samen gedaan.’ Het metselwerk onder de erkers doet denken aan dat van Michel de Klerks tweede blok aan het Spaarndammerplantsoen. Frans: ‘Ik heb daar niet zo’n studie van gemaakt. Ik heb die namen wel eens gehoord, maar ik weet wel dat ik zulke dingen wel eens gezien heb. Én onthouden. Zo kwam ik vroeger als jongen bij een klasgenoot thuis en die hadden een toilet met voor het raampje verticale bakstenen met spleten ertussen. Dat intrigeerde me; dat wist ik nog.’ Het huis heeft nu twee van deze lichtspleten met verticale bakstenen en is een van de speelse elementen die van jeugdherinnering werkelijkheid werden. Dat geldt ook voor de versiering in het houtwerk. ‘Ik herinner me nog dat in de buurt van het huis waar mijn oma woonde, in Bakkum, een huis in de duinen stond en die had bij de ramen van die inkepingkjes’, zegt Frans. ‘Dat intrigeerde mij.’

Ambachtelijke bakstenen

De architect had als oorspronkelijk plan dat het hele huis in gele baksteen opgetrokken zou worden – hij had ze zelfs al besteld. Frans en Anita zagen dat echter absoluut niet zitten en gingen op zoek naar een alternatief. Anita: ‘Een kunstenaar had in een kas zijn atelier en daar kon je stenen uitzoeken. Hij had heel veel stenen, maar bij deze zei ik: ‘Er is iets met deze steen. Ik voel iets bij deze steen.’ Wat bleek: de stenen waar uiteindelijk dit huis van gebouwd is zijn gebakken in de enige steenfabriek in Nederland die nog op kolen stookt!’

De taps toelopende schoorsteen met ornament doet ook erg denken aan de Amsterdamse School. ‘Met die gele steen hebben we een compromis gesloten, want de schoorsteen is wel daarvan’, vertelt Frans, ‘maar die heeft een detail van een paar rode bakstenen. En die gele stenen komen dus ook weer terug onder de erkers. Daar heeft hij prachtige mallen voor gemaakt van plankjes waar de stenen in pasten.’

Gebrandschilderd glas

Bij de voordeur treffen we twee lantaarns aan. ‘De lantaarns zelf zijn nieuw’, zegt Frans, ‘maar dat gebrandschilderde glas heeft Jan Stolk gemaakt, die helaas is overleden. Ze zijn nagemaakt van het oude stadhuis van Den Helder (een ontwerp van Albert Dokter – red.), waar binnen dit soort lantaarns zijn. Het patroon is een beetje aangepast, maar wel daarop geënt. Het is een beetje een miskend gebouw dat niet of nauwelijks gebruikt wordt. Ik ken het eigenlijk alleen van foto’s, maar het is prachtig.’ ‘Het stadhuis is afgebrand en daarna helemaal in oude stijl teruggebouwd’, aldus Anita. ‘En Jan Stolk heeft toen die lampen opnieuw mogen maken. Jan was een patiënt van Frans en een goede kennis, en die zei toen dat hij voor ons dat glas wel wilde maken. De lampen zelf hebben we via een site gevonden. ’s Avonds geeft het heel mooi licht.’

Nautische verwijzingen

Opvallend zijn ook de vele nautische verwijzingen in het huis. Dat zien we vaak terug in Amsterdamse School-objecten, denk alleen maar aan Het Schip, Het Scheepvaarthuis, of de villa’s in Park Meerwijk. De verwijzingen hebben hier een duidelijke reden: Frans is namelijk een gepassioneerd zeiler en in het bezit van een varend monument van 117 jaar oud. Die passie zien we overal in het huis terug, onder andere in de voordeur. ‘Daar zag de architect een stuurwiel in’, aldus Frans. ‘Een stuur heeft niet van die kromme spaken, maar het geeft wel de draai aan.’ De overkapping aan de achterkant heeft dikke kromme balken en doet daarmee sterk denken aan de spanten van een schip. Een ander in het oog springend element is de hoekerker met het dakje in de vorm van de punt van een omgekeerde sloepje. Frans: ‘Dat heeft Koning verzonnen. Wij wisten niet dat hij dat ging doen. Dat zagen we ook pas toen het gebeurde!’ Ook in de gevelsteen zien we een nautische verwijzing in de vorm van een bootje. Anita: ‘De gevelsteen heeft Frans zijn vader nog gezet. Dat was de laatste keer dat hij hier is geweest.’

Authentieke elementen

Druipt de aandacht voor detail van het exterieur af, voor het interieur geldt dat minstens net zo. De Amsterdamse School is hier minder zichtbaar, maar ook hier geldt: achter elk element zit een verhaal, zeker ook omdat er heel veel authentieke elementen in het huis verwerkt zijn. De antieke glazen Jugendstil-deuren met inscriptie tussen keuken en woonkamer waren zelfs al gekocht voordat het plan was ontstaan om een nieuwe woning te bouwen.

De tegels van de entree hebben een intrigerend patroon en zijn afkomstig van een sloopbedrijf in Eemnes. Waarschijnlijk zijn ze honderd jaar oud en afkomstig uit een klooster in Noord-Frankrijk. ‘Frans heeft met een vriend een wiskundige berekening gemaakt van dat patroon, van dat mozaïek. Er zit een oneindigheid in’, zegt Anita. In de keuken is gekozen voor een rustiger tegel, een ontwerp van de aardewerkfabriek Alfred Regout in Maastricht. Vierkante tegels van gebakken klei waar niks op zit en die destijds onder andere in fabriekshallen werden gebruikt. De reden dat de vloer geen egale kleur heeft komt omdat niet alle tegels uit de Maastrichtse fabriek afkomstig zijn. Dezelfde maat tegel werd namelijk ook in België en Frankrijk op grote schaal geproduceerd en zorgen een eeuw later voor een rijk geschakeerde vloer in Huisduinen.

Niet zomaar een trap

Bij de entree bevindt zich de trap naar de bovenverdieping, waarvan de leuning aan één stuk doorloopt en – wederom een ideetje van Frans – de treden van bol- naar holvorm lopen. ‘De onderste treden waren wel rond getekend en dat liep een beetje terug, maar ik heb dat dus nog verder gedaan, met echt strokende lijnen’, aldus Frans. ‘Als je van schepen houdt, dan zie je ook hoe lijnen stroken. Dat heb ik nog echt op ruitjespapier helemaal zitten tekenen.’ Toch is ‘perfect’ niet altijd even wenselijk. ‘Bovenop de leuningen, onderaan de trap, daar zitten gewoon ronde bollen. Dat moet eigenlijk niet helemaal rond zijn, dat moet een beetje peervormig zijn. Lijnen gingen ze in de tijd van de Jugendstil niet rond maken, maar vaak juist asymmetrisch.’ Pratend over de invloed die vormen in de natuur op stromingen als Jugendstil heeft gehad: ‘Eigenlijk heb ik pas later geleerd wat daar achter zit. Maar ik was in mijn jeugd wel altijd al geïntrigeerd door dat soort vormen, zonder dat ik wist wat het verhaal erachter was.’

En zo blijkt aan bijna elk object in en om het bijzondere huis – tot aan de ruime tuin aan toe –  een verhaal te hangen. Zoals de wandtegels in de keuken (handgebakken witte tegeltjes uit Makkum) of de lampjes boven de eettafel. Die hebben heel lang boven de toonbank van een kaaswinkeltje in het centrum van Amersfoort gehangen. Frans: Vroeger waarschijnlijk nog met van die kraaltjes.’ ‘Dus die hebben we ook maar gekocht’, zegt Anita, ‘want daar zit ook een verhaal aan.’

Zoeken in blog