Exterieur

Het dubbele woonhuis 3-5 wordt gekenmerkt door twee puntgevels met geknikte pannendaken. De gevels worden verbonden door een haaks staand dak dat aan de voorkant ook geknikt is. Kenmerkend voor het pand is de gladde, oranjerode baksteen op een bruinpaars trasraam. Langs de dakrand is ook een bruinpaarse strook bakstenen aangebracht. Opvallend zijn de tweezijdige erkers, die op de verdieping uit de gevel steken. Zij rusten op een betonnen console en worden ook door een betonnen plaat afgedekt. In het centrum van de erkers bevindt zich een gekartelde strook hout. De langwerpige raampjes aan weerszijden daarvan zijn voorzien van glas in lood.

Op de begane grond is aan de voorzijde sprake van driezijdige erkers. De houten voordeuren (helaas witgelakt) liggen in het verbindende deel in een ondiepe portiek. Tussen de beide voordeuren is sprake van een langwerpige strook glas in lood. Dergelijke stroken glas in lood zijn bij meerdere dubbele woningen in de wijk aangebracht, onder meer bij Piet Heinstraat 4-6. In het verbindende pannendak bevindt zich een dakkapel, die wordt gedeeld door beide woningen. Een wit geverfde betonnen balk die horizontaal over de voorgevel loopt, scheidt de begane grond van de verdieping. Voor de zijgevels is de oranjerode baksteen anders bewerkt en ruwer. Het lijkt echter wel om dezelfde soort baksteen te gaan.

Interieur